site logo

Het werkingsprincipe en de belangrijkste functie van thyristor:

Het werkingsprincipe en de belangrijkste functie van thyristor:

1. Het werkingsprincipe van: thyristor is:

1. Om de thyristor aan te zetten, moet men een voorwaartse spanning aanbrengen tussen zijn anode A en kathode K, en de andere is het invoeren van een positieve triggerspanning tussen zijn stuurelektrode G en kathode K. Nadat de thyristor is ingeschakeld, laat de knopschakelaar los, verwijder de triggerspanning en handhaaf nog steeds de aan-status.

2. Als er echter een sperspanning op de anode of stuurelektrode wordt toegepast, kan de thyristor niet worden ingeschakeld. De functie van de bedieningspool is om de thyristor in te schakelen door een positieve triggerpuls toe te passen, maar deze kan niet worden uitgeschakeld. Door de geleidende thyristor uit te schakelen, kan de voeding van de anode worden onderbroken (schakelaar S in figuur 3) of kan de anodestroom lager worden dan de minimumwaarde voor het handhaven van de geleiding (de aanhoudende stroom genoemd). Als er een wisselspanning of een pulserende gelijkspanning wordt aangelegd tussen de anode en de kathode van de thyristor, zal de thyristor vanzelf uitschakelen wanneer de spanning nul overschrijdt.

2. De functies van de thyristor in het circuit zijn als volgt:

1. Omvormer/gelijkrichter.

2. Pas de druk aan.

3. Frequentie conversie.

4. Schakelen.

Een van de belangrijkste functies van de SCR is het stabiliseren van de stroom. Thyristoren worden veel gebruikt in automatische besturing, elektromechanische velden, industriële elektrische en huishoudelijke apparaten. De thyristor is een actief schakelelement. Het wordt meestal in een niet-doorlatende staat gehouden totdat het wordt geactiveerd door een minder controlesignaal of “ontstoken” om het te laten passeren. Als het eenmaal is ontstoken, blijft het bestaan, zelfs als het triggersignaal wordt ingetrokken. In de kanaaltoestand kan, om deze af te snijden, een sperspanning worden aangelegd tussen de anode en de kathode of de stroom die door de thyristordiode vloeit, kan worden teruggebracht tot onder een bepaalde waarde.