- 07
- Nov
Instructies voor de temperatuurregelaar van de moffeloven
Instructies voor de temperatuurregelaar van de moffeloven
1. Bediening en gebruik
1 . Wanneer de controller is ingeschakeld, geeft de bovenste rij van het displayvenster “indexnummer en versienummer” weer, en de onderste rij geeft ongeveer 3 seconden lang “bereikwaarde” weer, waarna het de normale weergavestatus binnengaat.
2 . Referentie en instelling van temperatuur en constante temperatuurtijd
1) Als er geen functie voor constante temperatuurtiming is:
Klik op de knop “set” om de temperatuurinstellingsstatus in te voeren, de onderste rij van het displayvenster geeft de prompt “SP” weer, de bovenste rij geeft de temperatuurinstellingswaarde weer (eerste plaatswaarde knippert), en u kunt op de shift drukken, verhogen , en verlagen toetsen Wijzigen naar de gewenste instellingswaarde; klik nogmaals op de knop “Instellen” om deze instellingsstatus te verlaten en de gewijzigde instellingswaarde wordt automatisch opgeslagen. In deze instellingsstatus, als er binnen 1 minuut geen toets wordt ingedrukt, keert de controller automatisch terug naar de normale weergavestatus.
2) Als er een constante temperatuurtimingfunctie is:
Klik op de knop “set” om de temperatuurinstellingsstatus te openen, de onderste rij van het displayvenster geeft de prompt “SP” weer, de bovenste rij geeft de temperatuurinstellingswaarde weer (eerste plaatswaarde knippert), de wijzigingsmethode is hetzelfde als hierboven ; klik vervolgens op “set” Druk op de toets om de instellingsstatus van de constante temperatuurtijd in te voeren, de onderste rij van het displayvenster geeft de prompt “ST” weer en de bovenste rij geeft de instellingswaarde voor de constante temperatuurtijd weer (eerste plaatswaarde knippert); klik vervolgens op de knop “set” om deze instellingsstatus te verlaten. De gewijzigde instellingswaarde wordt automatisch opgeslagen.
Wanneer de constante temperatuurtijd is ingesteld op “0”, betekent dit dat er geen timingfunctie is en dat de controller continu werkt, en de onderste rij van het displayvenster de ingestelde temperatuurwaarde weergeeft; wanneer de ingestelde tijd niet “0” is, geeft de onderste rij van het displayvenster de looptijd of temperatuur de ingestelde waarde weer (zie zeven . interne parametertabel -2 looptijdweergavemodus (parameter ndt na waarde)), wanneer de display looptijd, een decimaalteken brandt de volgende rij, en dus bereikt de gemeten temperatuur de ingestelde temperatuur, de timing Het apparaat begint met timing, het onderste decimaalteken knippert, de timing is voorbij en de bewerking eindigt, de onderste rij van het display venster toont “End” en de zoemer piept gedurende 1 minuut en stopt met piepen. Nadat de bewerking is voltooid, houdt u de toets “verlagen” 3 seconden lang ingedrukt om de bewerking opnieuw te starten.
Opmerking: Als de temperatuurinstellingswaarde wordt verhoogd tijdens het timingproces, zal de meter de timing opnieuw starten vanaf 0 en als de temperatuurinstellingswaarde wordt verlaagd, blijft de meter de timing behouden.
3 . Sensor abnormaal alarm
Als de bovenste rij van het displayvenster “—” toont, betekent dit dat de temperatuursensor defect is of dat de temperatuur het meetbereik overschrijdt of dat de controller zelf defect is. De controller zal automatisch de verwarmingsoutput uitschakelen, de zoemer zal continu piepen en het alarmlampje zal altijd aan zijn. Controleer de temperatuur zorgvuldig. Sensor en zijn bedrading.
4 . Wanneer het alarm voor te hoge temperatuur van de bovenste afwijking, piept de zoemer, piept en is het alarmlampje “ALM” altijd aan; wanneer de lagere afwijking alarmeert, piept de zoemer, piept en knippert het alarmlampje “ALM”. Als een oververhittingsalarm wordt gegenereerd door het instellen van de waarde, brandt het alarmlampje “ALM”, maar de zoemer klinkt niet.
5 . Wanneer de zoemer klinkt, kunt u op een willekeurige toets drukken om deze uit te zetten.
6 . “Shift”-toets: Klik op deze toets in de instellingsstatus om de instellingswaarde te verschuiven en te laten knipperen voor wijziging.
7 . Knop “Verlagen”: Klik op deze knop in de instellingsstatus om de ingestelde waarde te verlagen, druk lang op deze knop om de ingestelde waarde continu te verlagen.
8 . Knop “Verhogen”: Klik op deze knop in de instellingsstatus om de ingestelde waarde te verhogen, druk lang op deze knop om de ingestelde waarde continu te verhogen.
9 . In de instellingsstatus, als er binnen 1 minuut geen toets wordt ingedrukt, keert de controller automatisch terug naar de normale weergavestatus.
2. Zelfafstemming van het systeem
Wanneer het effect van de temperatuurregeling niet ideaal is, kan het systeem zichzelf afstemmen. Tijdens het auto-tuning proces zal de temperatuur een grote overshoot hebben. De gebruiker dient deze factor volledig in overweging te nemen voordat hij de auto-tuning van het systeem uitvoert.
Houd in de niet-instellingsstatus de knop “Shift / Auto-tuning” 6 seconden ingedrukt en ga vervolgens naar het autotuning-programma van het systeem. De indicator “AT” knippert. Na de auto-tuning stopt de indicator met knipperen en krijgt de controller een reeks wijzigingen. De beste systeem-PID-parameters, parameterwaarden worden automatisch opgeslagen. Houd tijdens het auto-tunen van het systeem de toets “shift / auto-tuning” 6 seconden ingedrukt om het auto-tuningprogramma te stoppen.
In het proces van zelfafstemming van het systeem, als er een alarm voor te hoge temperatuur is, zal het “ALM” -alarmlampje niet oplichten en zal de zoemer niet klinken, maar het verwarmingsalarmrelais zal automatisch worden losgekoppeld. De “Set”-toets is ongeldig tijdens auto-tuning van het systeem. In het proces van zelfafstelling van het systeem, ongeacht of er een constante temperatuurtijdinstelling is, geeft de onderste rij van het displayvenster van de controller altijd de temperatuurinstellingswaarde weer.
3. Referentie en instelling van interne temperatuurparameters
Houd de insteltoets ongeveer 3 seconden lang ingedrukt, de onderste rij van het displayvenster van de controller geeft de wachtwoordprompt “Lc” weer, de bovenste rij geeft de wachtwoordwaarde weer, door middel van de toetsen verhogen, verlagen en verschuiving, wijzig de vereiste wachtwoordwaarde. Klik nogmaals op de instelknop, als de wachtwoordwaarde onjuist is, keert de controller automatisch terug naar de normale weergavestatus, als de wachtwoordwaarde correct is, gaat deze naar de interne temperatuurparameterinstellingsstatus en klikt u vervolgens op de instelknop om elk te wijzigen parameter op zijn beurt. Houd de instelknop 3 seconden lang ingedrukt om deze status te verlaten en de parameterwaarde wordt automatisch opgeslagen.
Interne parametertabel -1
Parameterindicatie: | parameternaam | Beschrijving parameterfunctie: | (Bereik) Fabriekswaarde |
Lc- | wachtwoord | Wanneer “Lc=3” , kan de parameterwaarde worden bekeken en gewijzigd. | 0 |
ALH- | Bovenste afwijking
Alarm te hoge temperatuur |
Wanneer ” meetwaarde temperatuur > instelwaarde temperatuur + HAL” , brandt het alarmlampje altijd, zoemer zoemer (zie V.4 ) en wordt de verwarmingsuitgang uitgeschakeld. | (0 ~100℃)
30 |
ALLE- | Lagere afwijking
Alarm te hoge temperatuur |
Wanneer “temperatuurmeetwaarde < temperatuurinstellingswaarde-ALL” gaat het waarschuwingslampje knipperen en klinkt de zoemer. | (0 ~100℃)
0 |
T- | Controle cyclus: | Regelcyclus verwarming. | (1 tot 60 seconden) Opmerking 1 |
P- | Proportionele groep | Tijd proportioneel effect aanpassing. | (1 ~1200) 35 |
I- | Integratie tijd | Integrale effectaanpassing. | (1 tot 2000 seconden) 300 |
d- | Differentiële tijd | Differentiële effectaanpassing. | (0 ~ 1000 seconden) 150 |
Pb- | Geen aanpassing | Corrigeer de fout veroorzaakt door de meting van de sensor (lage temperatuur).
Pb = werkelijke temperatuurwaarde – meter gemeten waarde |
(-50 ~50℃)
0 |
PK- | Volledige schaalaanpassing | Corrigeer de fout veroorzaakt door de sensor (hoge temperatuur) meting.
PK=1000* (werkelijke temperatuurwaarde – metermeetwaarde) / metermeetwaarde |
(-999 ~999) 0 |
Opmerking 1: Voor de regelaar met model PCD-E3002/7 (relaisuitgang) is de fabrieksinstelling van de verwarmingsregelingsperiode 20 seconden en voor andere modellen 5 seconden.