Beïnvloedende factoren van de druk in het koelsysteem

1. Factoren van lage zuigdruk:

De zuigdruk is lager dan de normale waarde. De factoren zijn onder meer onvoldoende koelcapaciteit, kleine koelbelasting, kleine opening van het expansieventiel, lage condensatiedruk (verwijzend naar het capillaire systeem) en het filter is niet glad.

Factoren van hoge zuigdruk:

De zuigdruk is hoger dan de normale waarde. De factoren zijn onder meer overmatig koelmiddel, grote koelbelasting, grote opening van het expansieventiel, hoge condensatiedruk (capillairleidingsysteem) en slechte efficiëntie van de compressor.

2. Uitlaatdruk, hoge uitlaatdrukfactoren:

Wanneer de uitlaatdruk hoger is dan de normale waarde, is er over het algemeen een kleine stroom van het koelmedium of een hoge temperatuur van het koelmedium, te veel koelmiddelvulling, een grote koelbelasting en een grote opening van de expansieklep.

Hierdoor nam de circulatiestroom van het systeem toe en nam ook de condenserende warmtebelasting dienovereenkomstig toe. Omdat de warmte niet op tijd kan worden afgevoerd, zal de condensatietemperatuur stijgen en kan alleen de stijging van de uitlaat (condensatie)druk worden gedetecteerd. Wanneer het debiet van het koelmedium laag is of de temperatuur van het koelmedium hoog is, neemt het warmteafvoerrendement van de condensor af en stijgt de condensatietemperatuur.

Wanneer het debiet van het koelmiddel laag is of de temperatuur van het koelmiddel hoog is, neemt het warmteafvoerrendement van de condensor af en stijgt de condensatietemperatuur. De reden voor de overmatige koudemiddelvulling is dat de overtollige koudemiddelvloeistof een deel van de condensorbuis inneemt, waardoor het condensatiegebied kleiner wordt en de condensatietemperatuur stijgt.

Factoren van lage uitlaatdruk:

De uitlaatdruk is lager dan de normale waarde vanwege factoren zoals een laag compressorrendement, onvoldoende hoeveelheid koelmiddel, lage koelbelasting, kleine opening van de expansieklep en filterstoring, inclusief het filterscherm van de expansieklep en lage temperatuur van het koelmedium.

De bovenstaande factoren zorgen ervoor dat het koeldebiet van het systeem daalt, de condensatiebelasting klein is en de condensatietemperatuur wordt verlaagd.

Van de bovengenoemde veranderingen in zuigdruk en persdruk is er een nauwe relatie tussen beide. Onder normale omstandigheden, wanneer de zuigdruk toeneemt, neemt de uitlaatdruk dienovereenkomstig toe; wanneer de zuigdruk afneemt, neemt ook de uitlaatdruk dienovereenkomstig af. De algemene situatie van de afvoerdruk kan ook worden geschat uit de verandering van de zuigmanometer.