site logo

Veelvoorkomende kwaliteitsproblemen en oorzaken van inductiewarmtebehandeling

Veelvoorkomende kwaliteitsproblemen en oorzaken van inductiewarmtebehandeling

Inductiewarmtebehandeling is een warmtebehandelingsmethode waarbij inductiestroom wordt gegenereerd op het oppervlak van het onderdeel om het oppervlak van het onderdeel snel te verwarmen. De belangrijkste voordelen van dit proces: hoge oppervlaktehardheid van de bewerkte onderdelen, goede slijtvastheid en vermoeidheidsweerstand, kleine vervorming, hoge productiviteit, energiebesparing en geen vervuiling. Inductieverhitting warmtebehandeling omvat meestal ronde stalen (buis) blussen en ontlaten, oppervlakte blussen van geleidingswielen, aandrijfwielen, rollen, zuigerstang blussen en ontlaten, pen blussen en ontlaten, lange π bundel blussen en ontlaten, beweegbare kolom blussen en ontlaten, enzovoort.

De veelvoorkomende kwaliteitsproblemen van inductiewarmtebehandeling zijn: barsten, te hoge of te lage hardheid, ongelijkmatige hardheid, te diepe of te ondiepe uitgeharde laag, etc. De oorzaken zijn als volgt samen te vatten:

1. Kraken: verwarmingstemperatuur is te hoog, ongelijke temperatuur; te snelle en ongelijkmatige koeling; onjuiste selectie van blusmedium en temperatuur; vroegtijdig ontlaten en onvoldoende ontlaten; materiaaldoorlaatbaarheid is te hoog, componenten zijn gescheiden, defect en overmatig Inclusies; onredelijk onderdeelontwerp.

2. De uitgeharde laag is te diep of te ondiep: verwarmingsvermogen is te groot of te laag; netfrequentie is te laag of te hoog; opwarmtijd is te lang of te kort; materiaaldoorlatendheid is te laag of te hoog; blussen medium temperatuur, druk, Onjuiste ingrediënten.

3. De oppervlaktehardheid is te hoog of te laag: het koolstofgehalte van het materiaal is te hoog of te laag, het oppervlak is ontkoold en de verwarmingstemperatuur is laag; de tempertemperatuur of houdtijd is onjuist; de samenstelling, druk en temperatuur van het blusmiddel zijn onjuist.

4. Ongelijke oppervlaktehardheid: onredelijke sensorstructuur; ongelijkmatige verwarming; ongelijke koeling; slechte materiaalorganisatie (gestreepte structuursegregatie, lokale ontkoling)

5. Oppervlakte smelten: de structuur van de sensor is onredelijk; de onderdelen hebben scherpe hoeken, gaten, groeven, enz.; de opwarmtijd is te lang; er zijn scheuren op het oppervlak van het materiaal.