site logo

Het verschil tussen hoogfrequente blusapparatuur en laserquenching:

Het verschil tussen hoogfrequente blusapparatuur; en laser blussen

1. De diepte van de hoogfrequente blusapparatuur is verschillend afhankelijk van de vorm, componentsamenstelling, grootte en lasertechnische parameters, en de algemene grootte ligt tussen 0.3 ~ 2.0 mm. Het kan de tappen van grote asonderdelen en de tandoppervlakken van grote tandwielen afschrikken zonder de oppervlakteruwheid te veranderen, en het kan voldoen aan de behoeften van praktische werkomstandigheden zonder daaropvolgende bewerking.

2. Laser blussen is om het oppervlak van het materiaal te harden. De laser wordt gebruikt om het oppervlak van het materiaal boven het transformatiepunt te verwarmen. Terwijl het materiaal afkoelt, wordt austeniet omgezet in martensiet.

Laserafschrikken heeft een hoge afschrikhardheid (in het algemeen 1-3HRC hoger dan inductieafschrikken), uniforme harde laag, kleine vervorming van het werkstuk, eenvoudige bediening van de diepte van de verwarmingslaag en het verwarmingsspoor, het is niet nodig om inductiespoel te gebruiken en het is niet nodig om te worden onderworpen aan chemische warmte voor de verwerking van grote onderdelen Beperkingen op de grootte van de oven tijdens de verwijdering. Bovendien kunnen we de vervorming van het werkstuk na laserdoven negeren. Laserquenching is vooral geschikt voor oppervlaktebehandeling van onderdelen die een hoge precisie vereisen.

Laserdoven heeft een hoge koelsnelheid en een hoge vermogensdichtheid. Het is een reinigende en snel uitdovende technologie zonder het gebruik van koelmedia (olie, water, enz.).

  1. De hoogfrequente afschrikapparatuur heeft een betere slijtvastheid, een diepere hardingsdiepte en een hogere hardheid dan de laserafschriklaag. Het nadeel van deze technologie is dat de oppervlakteruwheid van het werkstuk tot op zekere hoogte wordt beschadigd en dat het over het algemeen een latere bewerking vereist om te herstellen. De hoogfrequente blusmachine kan worden gebruikt om het uiterlijk van slijtdelen in de volgende industrieën te versterken: petrochemische, mechanische en metallurgische industrieën. Het heeft goede effecten en heeft goede sociale en economische voordelen opgeleverd.